Selecteer een pagina

Het is ontzettend moeilijk om onze uitstoot uit scope 3 te verminderen. Dit was het antwoord van Frans Muller, CEO van Ahold Delhaize, op onze vraag of het bedrijf zich aan de Parijs akkoorden gaat houden. Tijdens de afgelopen aandeelhoudersvergadering hebben wij meneer Muller gevraagd of Ahold Delhaize inderdaad in 2030 45% minder CO2 gaat uitstoten in haar gehele supply chain. Hij zei geen ja. Volgens hem was het eerst belangrijk om accuratere data te verkrijgen. Dit zouden ze nodig hebben om hun uiteindelijke doel te kunnen halen: in 2050 CO2-neutraal te zijn in de gehele keten.

Heel logisch dacht ik in eerste instantie. Tijdens mijn studie, die volledig gericht was op voedselsystemen en de duurzaamheidsvraagstukken hierin, heb ik geleerd dat transparantie in voedselketens moeilijk te realiseren is. Mijn onderzoek voor dit artikel begon ik dan ook met die gedachte. Ik wilde laten zien dat transparantie inderdaad haast niet te bereiken is in voedselketens. Ondertussen weet ik beter. Ik heb geleerd dat bedrijven in de gehele voedselketen erbij gebaat kunnen zijn om niet transparant naar de consument te zijn. Dit denken zij tenminste.

Waarom willen we transparantie?

Zo’n 170 jaar geleden was het voedselsysteem van Nederland nog redelijk eenvoudig. Als gewone burger verbouwde je je eigen voedsel, of kocht je het op de lokale markt. Voor de rijken was het iets moeilijker om aan het gewenste voedsel te komen, aangezien producten als kruiden en koffie geïmporteerd werden uit de koloniën. Met de industriële revolutie en veranderingen in de manier waarop we voedsel maakten, werd het systeem steeds ingewikkelder. Dankzij fabrieken werden steeds complexere producten op steeds grotere schaal gemaakt, dankzij ontwikkelingen als tractoren en kunstmest kon voedsel op steeds grotere schaal gemaakt worden en dankzij allerlei toevoegingen werd voedsel steeds langer houdbaar. Al deze veranderingen leverden de gewone burger heel veel: Altijd voldoende en goedkoop voedsel. In Nederland had bijna niemand meer honger. Hierom was transparantie in voedselketens lange tijd niet aan de orde. Zolang er voldoende voedsel was voor een goede prijs, was het goed. Dat er de laatste jaren wel meer drang naar transparantie in voedselketens is gekomen, heeft twee redenen: Voedselschandalen en duurzaamheid [2].

Het duurzaamheidsaspect spreekt voor zich. JMA en milieudefensie roepen bedrijven op om klimaatneutraal te werken. Zoals Frans Muller het dus verwoordde: Scope 3 emissies verminderen vereist transparantie. De voedselschandalen is een heel ander probleem. Om verschillende redenen kunnen er dingen fout gaan in de processen om ons eten te maken en dit kan tot ziekte leiden. Alleen al in de afgelopen maanden zijn er 2 voedselschandalen in Europa geweest. Er was een salmonella-uitbraak door Kindersurprise eieren [5] en er zijn 2 doden gevallen door een E. coli uitbraak dankzij bevroren pizza’s van een dochterbedrijf van Nestlé [4]. 

Waarom is de keten niet transparant?

Hoewel veel burgers tegenwoordig dus roepen om transparantie in voedselketens, zijn de ketens dit in de praktijk vaak nog steeds niet. De consument wil weten of voedsel veilig, kwalitatief, gezond en/of duurzaam is. Toch is het vaak nog bijna onmogelijk achter deze dingen te komen, terwijl het steeds gemakkelijker wordt om transparantie in de ketens te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld door data bij ieder bedrijf in de keten te verzamelen en te analyseren [3]. Maar waarom zijn voedselketens dan zo vaak niet transparant?

Laat ik beginnen met de meest voor de hand liggende reden: Geld. Er zijn een aantal redenen waarom bedrijven ervoor kunnen kiezen om niet transparant te zijn in hun keten. Eén ervan is geheimhouding [6]. Voedselverwerkers willen vaak niet dat anderen precies weten hoe de productieprocessen werken. Kleine boeren hebben weer een andere reden om geen transparantie te willen. Zij willen de grote bedrijven verderop in de keten, zoals Unilever en Jumbo, niet nog meer informatie geven die deze bedrijven kunnen gebruiken om hen minder te betalen voor hun producten [1]. Deze grote bedrijven kunnen hun macht  misbruiken. Transparantie in voedselketens kan er dus juist voor zorgen dat sommige boeren en/of bedrijven in het voedselsysteem hun competitief voordeel kwijt raken.

De tweede reden heeft te maken met complexiteit. Om de keten van een product echt transparant te maken, moet ieder bedrijf dat iets met het produceren van het product te maken heeft meewerken. Voor de ontzettend complexe producten en processen die we tegenwoordig hebben om voedsel te maken, kan ook deze vraag om transparantie heel snel complex worden. Alle bedrijven hierin moeten bereid zijn om mee te werken en dan ook nog eens goed samenwerken [6]. Per product kan dit om een groot aantal partijen gaan die dan samen moeten werken. Kijk maar eens naar de verpakking van de gemiddelde koek. Daar zitten ontzettend veel verschillende ingrediënten in, die allemaal hun eigen keten en dus meerdere bedrijven/producenten hebben die samen moeten werken. Voor de tenminste 20.000 producten die een supermarktketen als Albert Heijn in de schappen heeft liggen, zijn dat dus ontzettend veel samenwerkingen.

Deze twee redenen zijn de belangrijkste redenen waarom bedrijven niet altijd zitten te wachten op transparante ketens, terwijl je toch zou denken dat transparantie ook voor de bedrijven zelf heel belangrijk is. Zij willen ook geen voedselschandalen waardoor ze voor de rechter gesleept worden. Om even in de harde werkelijkheid van bedrijven te blijven: Zij willen geen imagoschade. Ze willen het vertrouwen van de klant blijven houden. Zouden bedrijven er dan niet beter aan doen om wel transparant te zijn? Immers, waarom niet transparant zijn als je niets te verbergen hebt? De paar dingen die eigenlijk wel geheim moeten blijven, kunnen ook met patenten beschermd worden. Ook voor de boeren is transparantie juist iets goeds. Ze kunnen erdoor laten zien dat ze veilige, kwalitatieve, gezonde en/of duurzame producten maken. Als de consument dit ziet, kan deze juist eerder bereid zijn om meer te betalen voor de producten van de boer.

De Europese Unie is het belang van transparantie in voedselketens ook in gaan zien. Op korte termijn zullen zij zich actiever bezig houden met het realiseren van transparantie. Alle voedselbedrijven met meer dan 250 werknemers, een omzet van 40 miljoen en/of een balans van 20 miljoen  moeten vanaf die datum verplicht rapporteren over hun duurzaamheid en moeten daarin transparant zijn over hun vervuiling in scopes 1 en 2 (eigen operaties), maar zeker ook over scope 3 (de rest van de keten). Dit betekent dat onder andere de bedrijven die ik in dit artikel genoemd heb zo snel mogelijk hun ketens in kaart moeten hebben en hierover transparant moeten rapporteren [7].

Concluderend zien we twee dingen gebeuren. Transparantie is gewenst. Niemand wil voedselschandalen, maar men wil wel een duurzaam voedselsysteem. Zelfs de EU gaat grote bedrijven verplichten transparant te zijn om deze reden. Daarnaast zien we dat de boeren en bedrijven in de voedselketen juist geen transparantie willen, vaak om achterhaalde redenen. Dus Frans Muller, Ahold Delhaize kan transparantie prima regelen. Maar gebruik het daarna dan ook om daadwerkelijk duurzaam te worden en tenminste 45% CO² emissies te reduceren over de gehele keten!

Ik werk voor een leefbare planeet. Ahold Delhaize, werk je mee?

Wereldwijd merken miljoenen mensen al de gevolgen van de klimaatcrisis, en dit is nog maar het begin. Daarom moet Ahold Delhaize nu klimaatproof worden. Als zelfverklaarde ‘duurzaamste supermarkt’ moet Ahold Delhaize zich aan het Parijs-akkoord houden. Teken de petitie!