Selecteer een pagina

Door Marijn Manders, Puck van der Mark en Aniek Zwemer |

Het is weer bijna zover: de landelijke klimaatmars. Op 6 november zullen de straten van Amsterdam zich vullen met tien-, of zelfs honderdduizenden mensen. De klimaatmars is dé plek waar klimaatactivisten, bezorgde (groot)ouders en ontevreden jongeren samen komen om een duidelijk signaal af te geven aan de overheid: er moet meer actie ondernomen worden. Zeker nu het ene na het andere alarmerende rapport naar buiten komt, is de drang om iets te doen groter dan ooit. Maar wat is eigenlijk de oorsprong van deze klimaatmarsen en hoe lang laten mensen zich al horen voor het klimaat? Om daarachter te komen is het JMA-schrijfteam in de historie van de klimaatprotesten gedoken. Laat je inspireren door de klimaatactivisten die voor ons gingen!

Klimaatprotesten in Nederland

In Nederland wordt in de jaren zestig duidelijk dat milieuvervuiling grote nadelige gevolgen heeft en vanaf dat moment beseffen mensen dat ze er wat aan moeten doen. Jongeren zijn de eersten die realiseren dat protesteren een goede manier is om op te komen voor hun belangen en dat ze dus kunnen én moeten protesteren voor het milieu. Deze protestgeneratie van (vaak hoger opgeleide) jongeren kwam na de Tweede Wereldoorlog op. Nederland werd tussen 1950 en 1960 namelijk steeds welvarender; hierdoor steeg de consumptie in deze periode enorm. Het gebruik, en de productie, van grondstoffen bleef groeien en het werd de protestgeneratie langzamerhand duidelijk dat dit niet langer zo kon. Na 1960 groeide het jaarlijkse gebruik van grondstoffen zelfs met vijf procent per jaar. Dit was zodanig schadelijk voor het milieu dat het geen verrassing is dat in deze periode de eerste klimaatprotesten plaatsvonden.

In eerste instantie focusten deze protesten zich vooral op kernenergie. Dit zorgde ervoor dat het idee dat kernenergie slecht nieuws was, zich snel verspreidde door Nederland. In 1972 kwam er echter een bredere milieubeweging op gang. Eerst protesteerde deze milieubeweging vooral tegen nationale problemen, denk bijvoorbeeld aan het planten van een protestbos tegen de aanleg van een nieuwe startbaan bij Schiphol. Onderdeel hiervan was de landbouw: er werd actief gezocht naar duurzamere alternatieven. Een groepje milieuactivisten veranderde bijvoorbeeld een oude boerderij in een duurzaamheidscentrum, waar ze experimenteerden met duurzame energie en mest. Dit trok zoveel aandacht dat zelfs Koningin Juliana onder de indruk was. Zij opende in 1974 het Bolhuis: een huis geïsoleerd door kurk en volledig voorzien door duurzame energie. Dit was een echte power-move in de jaren zeventig en kan als revolutionair worden gezien. 

In 2018 zorgt een nieuwe generatie jongeren voor een boost voor de milieubeweging. Geïnspireerd door de internationale school stakingen voor het Klimaat, gingen ook in Nederland honderden jongeren de straat op. In september 2018 werd Fridays For Future opgericht door scholieren en studenten. Het eerste échte grote protest was echter in februari 2019, georganiseerd door een groep leerlingen uit Den Haag. Jongeren uit heel Nederland staakten mee en spijbelden voor het klimaat.

Foto van een protest met een protestbord met de tekst 'there is no planet b'

Klimaatprotesten wereldwijd

Klimaatverandering is helaas geen nationaal, maar een globaal probleem. Dit lieten de School Stakingen voor het Klimaat als geen ander zien. Geïnspireerd door Gretha Thunberg, een jonge klimaatactivist uit Zweden, gingen duizenden jongeren wereldwijd de straat op om te protesteren tegen het klimaatbeleid. Deze jongeren werden onderdeel van een internationale klimaatbeweging die al jaren een actieve strijd voert tegen de opwarming van de aarde. 

            Earth Day, op 22 april 1970, wordt internationaal gezien als het startpunt van deze strijd. Amerikanen hadden toen voor het eerst de aarde vanuit de ruimte gezien op foto’s die gemaakt waren door astronauten. Die mooie groen met blauwe aardbol stond zo in contrast met het grauwe leven op aarde, dat de Amerikanen er genoeg van hadden. Twintig miljoen mensen gingen in Amerika de straat op om te protesteren tegen de verwoesting van het klimaat. Het is haast geen verrassing, maar ook tijdens de Earth Day in 1970 speelden jongeren een grote rol: het werd oorspronkelijk georganiseerd door een groep studenten vanuit een klein kantoortje in Washington. 

            Vanaf 1990 was Earth Day niet langer een Amerikaans fenomeen. Het werd niet meer op kleinschalige wijze door een groep studenten georganiseerd, maar een groep prominente klimaatleiders sloegen hun handen ineen om Earth Day 1990 tot een globaal succes te maken. Dit werd meteen een succes: meer dan 200 miljoen mensen uit 141 landen gingen de straat op om aandacht te vragen voor de klimaatproblematiek. Het zorgde ervoor dat recyclen wereldwijd op de agenda kwam te staan en het maakte de weg vrij voor de ‘Top van de Aarde’ van de Verenigde Naties in Rio de Janeiro, de tweede klimaattop ooit (de eerste vond al plaats in 1972!). 

            Toch heeft een van de meest belangrijke doorbraken op het gebied van klimaatprotesten veel recenter plaatsgevonden. Geïnspireerd door Gretha Thunberg en de duizenden jongeren die haar volgden, vond in 2019 een van de grootste wereldwijde klimaatacties plaats in aanloop naar de klimaattop van de Verenigde Naties. Geleid door scholieren gingen honderdduizenden mensen wereldwijd de straat op én in een maand tijd werden wereldwijd 5.000 klimaatprotesten gepland in bijna 150 steden. En dat allemaal vanwege dat ene 15-jarige Zweedse meisje dat weigerde naar school te gaan omdat ze zich zorgen maakte om het klimaat.

De klimaatmars op 6 november komt dus in een indrukwekkend rijtje van klimaatprotesten terecht. De rode draad door al deze protesten is de actieve rol die de jongeren daarin gespeeld hebben. Wij van JMA weten natuurlijk als geen ander hoe veel jongeren eigenlijk voor elkaar kunnen krijgen en zullen uiteraard weer aanwezig zijn op 6 november. Kom jij ook? Meld je aan op de website van de Klimaatmars en wie weet tot dan!