Selecteer een pagina

In onze brief aan Ahold Delhaize hebben we geëist dat het bedrijf met een klimaatplan komt. Maar in hoeverre heeft een bedrijf als Ahold Delhaize daadwerkelijk de macht om ook echt de broodnodige verandering te realiseren? In dit artikel geven we je het antwoord op deze vraag. Zoals we in een eerder artikel ook benoemden, komt het grootste deel van de uitstoot van het bedrijf uit de supply chains van de verschillende dochterbedrijven. Deze uitstoot uit de supply chains is ruim 20 keer zo veel als de uitstoot uit de eigen onderneming. Denk hierbij aan de uitstoot die vrijkomt bij de boer die rundvlees produceert of de uitstoot die het maken van wegwerpverpakkingen oplevert. Om serieuze verduurzaming te kunnen realiseren, moeten ondernemingen als Ahold Delhaize dus ook beslist haar ketens verduurzamen. Verder benoemden we in het eerdere artikel dat er een verschil zit tussen bol.com en de supermarkten: Albert Heijn, Gall & Gall en Etos. In dit artikel focussen we ons opnieuw alleen op de laatste drie dochterbedrijven. 

De ketens van Albert Heijn

Om uit te kunnen vinden hoeveel macht een supermarkt heeft, moeten we eerst het concept voedsel supply chains en de plaats van de supermarkt in de supply chains iets beter begrijpen. In grote lijnen bestaan deze ketens uit een aantal schakels. In een van de eerste schakels van een voedsel supply chain wordt het voedsel gemaakt. Dit gebeurt op de akkers en in de stallen en wordt gedaan door de producenten, de boeren. Zij leveren hun producten direct aan de supermarkt of aan verwerkingsbedrijven zoals FrieslandCampina en Unilever. Deze bewerken de producten van de boer en leveren de bewerkte producten aan de supermarkt. De supermarkt is dan de derde schakel in de keten. Uiteindelijk koopt de consument het product in de supermarkt en eet het thuis op [1]. Natuurlijk komen er in het echt nog veel meer schakels bij, zoals bijvoorbeeld kunststofproducenten die aan de boer leveren, en verpakkingsbedrijven die aan de verwerkingsbedrijven leveren. In dit artikel houden we de ketens simpel, omdat het voor het antwoord op de vraag niet nodig is om de ketens onnodig complex te maken. 

Macht vd supermarkt

Elk van deze schakels van de keten omvat een aantal spelers. Zo zitten er in Nederland miljoenen consumenten in de ketens. Dat is iedereen die wel eens iets in een supermarkt koopt. Aan het begin van de ketens werken dagelijks tienduizenden boeren om voedsel te produceren. Ertussenin zitten nog de verwerkers, waarvan er honderden zijn. De supermarkten die in Nederland veruit het grootste deel van de markt bezitten kun je op één hand tellen: Albert Heijn, Jumbo, Plus, Lidl en Aldi. Het moge dus duidelijk zijn dat vijf supermarktketens samen bevoorraad worden door tienduizenden boeren en leveren aan miljoenen consumenten. Deze positie van de supermarkt in de keten wordt een bottleneck genoemd. Vanuit deze positie heeft de supermarkt macht over zowel consumenten als producenten. 

Macht over de consument

Een supermarkt als Albert Heijn kan haar macht gebruiken om consumenten te beïnvloeden in welke producten ze kopen. Dit kan een supermarkt op verschillende manieren doen. De meest voor de hand liggende manier is bepalen welke producten in de schappen komen en welke niet. Als consument baseer je je keuzes vooral op de producten die in de schappen liggen. De producten die je niet ziet verdwijnen al snel uit je gedachten. 

Op deze zichtbaarheid van producten spelen supermarkten ook nog op een andere manier slim in. De supermarkt kan verschillende psychologische trucjes gebruiken om consumenten een bepaalde keuze te laten maken, terwijl ze denken dat het hun eigen keuze is. Producten die in supermarkten op ooghoogte liggen in de schappen zijn zichtbaarder en worden op die manier ook vaker verkocht [2][8]. Zichtbaarheid wordt ook vergroot met aanbiedingen, recepten en reclames. Doordat je als consument een bepaald product vaker ziet, ben je eerder geneigd het te kopen. Door middel van deze trucjes kan een supermarkt je onbewust beïnvloeden om meer producten te kopen waarvan zij er veel inkopen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de vele vleesaanbiedingen. Het is aangetoond dat een consument vaker en meer vlees koopt als er veel aanbiedingen voor vlees gelden [3]. Een derde manier waarop de supermarkt een consument kan beïnvloeden heeft meer te maken met de menselijke instincten. Instinctief zal een mens kiezen voor producten met meer calorieën erin, een instinct dat we nog hebben uit de tijd dat voedsel schaars was. Verwerkers maken hier gebruik van door producten met veel calorieën te ontwikkelen, welke door supermarkten dan weer actief en zichtbaar verkocht worden [2]

Macht over de producent

Over de andere kant van de supply chain heeft een supermarkt ook veel macht. Deze macht is meer een economische macht, welke supermarkten op verschillende manieren uit kunnen oefenen. Dit kan op meerdere manieren, een paar voorbeelden zijn: 

  1. Supermarkten bepalen welke producten van welke leverancier ze in hun schappen leggen, een keuze die vaak gebaseerd wordt op de laagste prijs [2][3]
  2. Supermarkten zorgen ervoor dat producent en consument elkaar niet kennen, wat er indirect toe leidt dat producenten niet gemakkelijk aan eigen klanten kunnen vinden om aan te verkopen [4]
  3. Supermarkten kunnen producenten kunstmatig in financiële problemen brengen. Ze kunnen producenten later uitbetalen dan afgesproken. Ze kunnen zelfs met gemak contracten met producenten annuleren en naar een andere producent overstappen [5]
  4. Supermarkten hebben veel geld en gebruiken dit om bij de EU en in Nederland te lobbyen tegen beleid dat hun macht in kan perken [5][3] 

Vanuit de bottleneck positie die een supermarkt in een keten heeft, kan een supermarkt als de Albert Heijn dus enorm veel economische macht uitoefenen op de vele producenten. Het idee erachter is heel simpel. Als de producent het niet eens is met de voorwaarden van de supermarkt, gaat de supermarkt wel met een andere producent in zee en heeft de eerste producent geen klant meer om aan te verkopen. Daarnaast wordt er dus veel gelobbyd om ervoor te zorgen dat onze overheid de supermarkten geen voor hen nadelige verplichtingen oplegt. 

De macht van Albert Heijn

Na dit allemaal gelezen te hebben, denk je misschien: Een supermarkt als de Albert Heijn kan dit dan toch heel makkelijk veranderen? Ze kunnen toch eerlijke voorwaarden aan producenten stellen en stoppen met consumenten beïnvloeden? Zo simpel ligt het helaas niet. Als de Albert Heijn een betere prijs aan producenten geeft en daarmee dus ook de verkoopprijzen verhoogt, kan het zijn dat de consument naar een concurrent gaat. Hetzelfde kan gebeuren als de Albert Heijn bijvoorbeeld producten die slecht voor het milieu zijn uit de schappen haalt. 

Dus hoewel Albert Heijn veel macht heeft om het huidige systeem en de daarbij behorende uitstoot te handhaven, heeft de supermarkt niet de macht om uit het niets volledig het roer om te gooien. Maar verandering is wel mogelijk. Allereerst kan Albert Heijn transparant worden in wat ze doen aan verduurzaming en wat de effecten hiervan zijn. Dit is iets wat het bedrijf zelf ook al voor elkaar wil krijgen, maar wat Albert Heijn en de andere supermarkten op dit moment nog niet gelukt is [7][3]. Daarbovenop kan Albert Heijn ook veel concretere stappen ondernemen. Albert Heijn kan bijvoorbeeld stoppen met het maken van reclame voor vlees, vaker in zee gaan met biologische boeren of alleen duurzame producten op de zichtbare plaatsen in de schappen leggen. De uitstoot kan alleen niet in één dag naar nul gebracht worden, maar dat is ook niet wat we eisen. We eisen dat Ahold Delhaize, en dus Albert Heijn, met een klimaatplan komt om hun macht over het voedselsysteem te gebruiken met als doel de uitstoot significant te verminderen.